Je kent het wel, elke keer als er een kaars op brand blijft er een dikke homp kaarsvet over. Zonde om weg te gooien (althans, dat vind ik) maar wat moet je ermee? Nou, nieuwe kaarsen maken natuurlijk 🙂 Een hele poos heb ik het kaarsvet bewaard dat over bleef, en eindelijk heb ik het geprobeerd… En het werkt goed!

Daarom hier een beschrijving van hoe het moet 🙂

Je hebt nodig:
– oude kaarsen
– lont (of rolladetouw). Lont is te kopen bij Pipoos
– een pan
– een kleinere, oude pan of een blik
– een roerstokje en iets als een sateprikker of potlood
– een mal. Hiervoor kan je een mal kopen (ook bij Pipoos te krijgen) of je kan een bus Pringles gebruiken of zelf een mal maken van karton. Een sappak werkt Niet! Een Pringlesbus heb ik nog nooit geprobeerd 🙂
– optioneel: een fijn zeefje om vuil uit je kaarsvet te halen

Als eerste moet je een paar voorbereidingen treffen. Je moet de lont in de mal hangen/vast maken. Als je een mal van Pipoos hebt kan je de lont door het gaatje in de onderkant trekken en door de mal heen halen. Dit uiteinde moet vervolgens aan een potlood oid vastgeknoopt worden waarna je het touw vanaf de onderkant strak kan trekken. Het gaatje aan de onderkant moet je vervolgens afdichten met klei, anders loopt het kaarsvet eruit (ja, ik spreek uit ervaring :$ ). De lont moet wel gespannen blijven staan. Als je zelf een mal maakt gaat het op dezelfde manier maar moet je eerst zelf een gaatje in de onderkant maken.

Nu de mal klaar is om de kaars in te maken, moet het kaarsvet nog in kleinere stukjes gemaakt worden zodat het a) in je blik of oude pannetje past en b) zodat het sneller smelt. Dit kan je ook op twee manieren doen; of je snijdt het kaarsvet in stukjes (snij niet in je vingers, krijg je nare ontstekingen van. Ja, ook eigen ervaring…) of je raspt het. Raspen gaat heel makkelijk, en je krijgt leuke krulletjes die er ook nog eens ontzettend leuk uit zien 😉 wat je ook doet, doe het voorzichtig en haal de lont en verbrande stukjes uit je kaarsvet.

Het kaarsvet moet au bain marie gesmolten worden. Dat wil zeggen: doe een laagje water in je grote pan, ongeveer 5 cm, zet je blik of kleine pannetje met stukjes kaarsvet hierin en zet je pan op het vuur. Kaarsvet smelt bij ongeveer 80 graden, dus het water hoeft niet te koken. Ik zou het water ook niet laten koken, omdat de kans bestaat dat het kaarsvet in de fik vliegt, en dat wil je niet!
Ik zorg meestal dat er bubbeltjes op de bodem van de pan verschijnen en daar blijven zitten.

Mijn blikje staat meestal gewoon op de bodem van de pan. Wat er wel kan gebeuren is dat het beetje water tussen de bodem van het blik en de pan wel gaat koken waardoor je blik gaat wiebelen, maar dat is niet erg. Terwijl het kaarsvet smelt roer ik altijd een beetje (meer omdat ik me verveel dan dat het nodig is). Ondanks dat het niet nodig is heb ik wel het idee dat het kaarsvet sneller smelt.
Als het kaarsvet is gesmolten kan je er nog een paar druppels geurolie aan toevoegen zodat je een geurkaars krijgt. Ik heb het nog nooit gedaan dus ik weet niet hoeveel je het beste kan gebruiken. Je kan ook resten geurkaars smelten, de geur blijft in het kaarsvet zitten 🙂 om een andere kleur te krijgen kan je verschillende kleuren kaarsen bij elkaar gooien 🙂

Als al het kaarsvet is gesmolten moet je nog even wachten zodat het goed heet is. Een minuutje is meer dan genoeg. Nu kan je het kaarsvet gaan gieten; als je een hoog blik hebt gebruikt en niet te veel water in de pan hebt gedaan kan je deze bovenaan vastpakken met je handen, het zal warm zijn maar je brandt je niet. Om veilig te zijn kan je het beste een doek gebruiken om het blik op te pakken, zo laat je hem ook niet vallen als het blik glad is van de waterdamp.

Als je het kaarsvet in de mal hebt gegoten is het een kwestie van wachten tot je kaars is afgekoeld voor je hem uit de mal haalt. Het kaarsvet krimpt soms wel als het afkoelt dus soms moet je het ontstane gat aanvullen.

Als je dit mooi vindt kan je het ook gewoon zo laten en als bovenkant gebruiken. Als je het aan wil vullen moet je eerst een paar gaatjes in het gat prikken zodat de opvulling steviger vast zit voor je er extra kaarsvet in giet.
Een zelfgemaakte mal of pringlesbus kan je maar een keer gebruiken, je moet de mal kapot maken om de kaars eruit te krijgen. De Pipoos mal, zoals degene die in de foto hierboven staat, kan je vaker gebruiken maar het is enorm lastig om de kaars eruit te krijgen. Je kan het beste de mal een beetje kneden zodat er lucht rond de kaars zit en dan op de bodem slaan en/of aan de lont trekken. Als je aan de lont trekt bestaat de kans dat je hem eruit trekt dus doe het voorzichtig 🙂
Dan moet je besluiten wat de boven en onderkant wordt en de lont aan de onderkant afknippen (vergeet de bovenkant niet ook bij te knippen omdat je anders een steekvlam krijgt). En klaar is je zelfgemaakte gerecyclede kaars! 😀

Als je een laagjes kaars wil, giet je gewoon een laagje van een kleur, wacht je tot dit is afgekoeld en giet je de volgende kleur erop. En de volgende. 😉 als je niet lang genoeg wacht krijg je zoiets:

Dus tenzij je dat mooi vind zou ik lang genoeg wachten 😉 De zwarte stipjes in het geel van deze kaars is vuil dat nog in het kaarsvet zat. Dit kan je voorkomen door het kaarsvet bij het gieten door een fijn zeefje heen te gieten.
Have fun met het verzinnen van leuke kleurencombinaties en veel plezier met je zelfgemaakte kaarsen! 😀