Fenrire Delainy – Deel III

Het is al weer een poos geleden dat er een vervolg op het verhaal is geupload, maar nu is het dan zo ver… Het volgende gedeelte! Over dit gedeelte ben ik niet zeker of het goed is geschreven, dus commentaar is meer dan welkom 🙂 Enjoy!

—–

Het had geen nut zich te haasten, een preek zou ze toch wel krijgen. Toen ze op de helft was zag iemand haar. Diegene riep iets naar de andere mensen. Toen stelden ze zich allemaal in een rij op rond het dorp, als een soort muur. Fenrire fronste. Dit hadden ze nog nooit gedaan, dacht ze.

Hoe dichter zij naderde, hoe dichter  ze bij elkaar gingen staan. Op twee meter afstand bleef ze staan. “Wat doen jullie?” vroeg ze. Op dat moment kwamen haar ouders eraan en gingen voor de levende muur staan. Ze gooiden een tas voor Fenrires voeten. Niemand zei iets, dus zij ook niet.

Na een stilte die wel een uur leek te duren, nam haar moeder het woord.  “Zo, dus je besloot toch maar terug te komen, wegloopster? Dan organiseer ik een feest voor je verjaardag en dan loop je weg, ondankbaar kind?”

“Ik wou geen feest. Dat het ik duidelijk genoeg gemaakt, lijkt me. Als ik dan even frisse lucht nodig heb mag ik best even gaan wandelen.” Fenrire had de vorige avond bijna slaande ruzie gehad met haar moeder omdat ze het feest toch had georganiseerd.

“Een feest hoort bij een verjaardag, net als dat een taart bij een verjaardag hoort. Dat heb ik jóú duidelijk genoeg gemaakt. En als je even gaat wandelen, kan je dat best tegen iemand zeggen. Hoe dan ook, we hebben besloten dat je weg gaat. Je spullen zitten in die zak.” Haar moeder knikte naar de zak die ze zojuist op de grond voor Fenrire’s voeten had gegooid. “Daar zit ook je geld in, hoewel je dat niet verdiend. En je andere… onnodige… troep zit er ook in.” Daarmee bedoelde haar moeder vast haar zwaard en pijl en boog.

“Vanaf nu ben je ongewenst, en besta je niet meer voor ons. Onze dochter is dood.”

Fenrire voelde er niks meer bij. Dus ze gooiden haar eruit? Na haar te proberen om te praten en hier te houden? “Hebben jullie het ook zo gedaan met Darlin Aemlain? Hem eruit gegooid, gezegd dat hij niet meer bestond voor jullie? Waarna hij zelfmoord pleegde? Hoe kunnen jullie daarmee leven?”

Haar moeder werd een beetje bleker toen Fenrire dat zei, maar herpakte zichzelf gauw. “Hoe weet je zijn naam?” siste ze, “Hoe durf je die zelfs maar te noemen? Je weet niet half wat hij allemaal heeft gedaan, en als je dat wel wist, zou je de rest van je leven om vergiffenis vragen dat je zijn naam hebt genoemd. En nu uit mijn ogen, banneling! Je bent niet meer welkom.”

Na dat gezegd te hebben draaiden haar ouders zich om en liepen weg. De dorpelingen bleven staan. Ze keek hen een voor een in de ogen. Ze las schuld, haat en verdriet. Vooral schuld. Blijkbaar was het initiatief van haar moeder gekomen, en moesten zij wel meedoen omdat ze anders zelf verbannen werden.

Toen zei ze met luide stem tegen niemand in het bijzonder: “Ik vergeef jullie, ik wou toch al weg. Slaap rustig, slaap goed. Jullie weten allemaal dat ik weg wou, hoewel ik wel wat langer wou wachten. Ik weet ook dat jullie niet anders konden. Zij die dit niet uit haat hebben gedaan, in elk geval. Misschien kom ik ooit nog terug, misschien ook niet. Het ga jullie goed.”

Daarop pakte ze de tas en liep terug naar het bos, hopend dat haar boodschap was aangekomen. Haar maag knorde. Hopelijk had haar moeder er iets aan eten in gedaan, maar ze vreesde het ergste. Misschien had Derryl iets te eten over.

Achter zich hoorde ze gemompel. Ze wist zeker dat als ze achterom zou kijken, dat een aantal haar boos na keken en dat de anderen elkaar aankeken, niet zeker wetend of ze er goed aan hadden gedaan haar te verbannen. Hopelijk zou hun geweten hen niet verteren.

Toen ze weer op de open plek aan kwam, stond er een tent. Het was een grote tent. Er zouden makkelijk 10 mensen in kunnen slapen, dacht ze. Ernaast was een weilandje gemaakt door draden te spannen tussen een aantal bomen. Er liepen 3 paarden.  “Derryl?” riep ze terwijl ze haar tas neergooide. Niemand antwoordde. Zou die tent wel van Derryl zijn? Er stonden 3 paarden. Ze hadden er toch maar 2 nodig? Nouja, Derryl zou wel komen.

Fenrire gaapte. Ik kan wel even liggen, dacht ze. Ze gebruikte haar tas als kussen en ging liggen. Ze sliep bijna meteen. 

spacer

One comment on “Fenrire Delainy – Deel III

  1. Ilona

    Jaaaaaa, leuk!!!!! Zitten een paar kleine foutjes in maar het verhaal is tof 🙂